Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.
Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.
Ook niet-derogatiebedrijven moeten vanaf dit jaar een bemestingsplan opstellen. Lang was onduidelijk aan welke eisen dit plan moet voldoen. Inmiddels is bekend dat, volgens RVO, per perceel een geplande bemesting opgenomen moet worden, die aan de hand van de gewasbehoefte is berekend.
In het kader van de derogatie moeten vanaf 2023 alle bedrijven een bemestingsplan opstellen.
Het bemestingsplan voor niet-derogatiebedrijven moest uiterlijk 14 maart gemaakt zijn. Echter de regeling is pas eind februari gepubliceerd, daarnaast waren de exacte eisen toen nog niet duidelijk. Mede door de late duidelijkheid en de zeer drukke periode rondom de Gecombineerde opgave is hieraan, ook door RVO, weinig ruchtbaarheid gegeven.
Vanaf 2024 moet het bemestingsplan uiterlijk 14 februari zijn opgesteld. Voor derogatiebemestingsplannen blijft de uiterste datum van 31 januari van kracht.
Het bemestingsplan is vormvrij en moet in eigen administratie worden bewaard. RVO heeft op de site vermeld wat de eisen zijn die aan een bemestingsplan voor niet-derogatiebedrijven worden gesteld. Kort gezegd zijn de eisen:
De confrontatie van de geplande hoeveelheid mest met de gebruiksruimte op het bedrijf is niet verplicht. Echter het is logisch om te bepalen of de geplande bemesting binnen de gebruiksnormen past. De confrontatie met de gebruiksruimte zal daarom een standaard onderdeel zijn van de berekening.
In de ‘Uitvoeringsregeling Meststoffenwet’ (art. 39 lid 5) is alleen opgenomen dat ‘het geplande gebruik van meststoffen’ in de administratie opgenomen moet worden. Dat sluit aan bij hetgeen in de derogatiebeschikking (art. 4 lid 5) is opgenomen. Het maken van een bemestingsplan op perceelsniveau is hierin dus, anders dan RVO stelt, niet vereist. Over dit verschil zijn vragen bij RVO gesteld. De verwachting is echter dat RVO/LNV vasthoudt aan de verplichting op perceelsniveau.
Een technisch (akkerbouw)bemestingsplan zal waarschijnlijk voldoen aan de gestelde voorwaarden. Wanneer er geen (akkerbouw)bemestingsplan aanwezig is dan kan voor de invulling van bovenstaande verplichting gebruik gemaakt worden van het bemestingsplan voor derogatiebedrijven.
Het is niet bekend wat de sanctie kan zijn op het moment dat op een niet-derogatiebedrijf geen bemestingsplan aanwezig is. Gezien de korte aanloopperiode en de vele andere wijzigingen lijkt voor 2023 een waarschuwing met een herstelmogelijkheid logisch. Later volgt mogelijk een boete.
Diverse niet-derogatiebedrijven zullen voor dit jaar nog geen wettelijk bemestingsplan hebben opgesteld. Daarnaast is de meeste bemesting voor het jaar reeds uitgevoerd. De verwachting is dat voor 2023 de controle op het hebben van een bemestingsplan op niet-derogatiebedrijven beperkt zal zijn. Zekerheid hierover is echter niet te geven. Indien een controle wordt aangekondigd is het zeker verstandig voor de controle een bemestingsplan op te stellen.
De kans op controle en sancties op het wettelijke bemestingsplan in het jaar 2023 lijkt niet zo groot. Zeker bij een aangekondigde controle is het aan te raden een vorm van een bemestingsplan vast te leggen of op te stellen. Dit kan bijvoorbeeld een reeds eerder opgesteld technisch bemestingsplan zijn. Ook een combinatie van de reeds uitgevoerde bemesting per perceel met de nog geplande bemesting is een optie. Uiteraard kan ook nu nog ‘achteraf’ een bemestingsplan, vergelijkbaar met een derogatiebemestingsplan, worden opgesteld.
Bron: ComponentAgro en RVO