Klantlogin
Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.
Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.
Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.
Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.
De regels en voorwaarden uit het 7e Actieprogramma gaan in werking als deze in wet- en regelgeving zijn opgenomen. Onlangs is een concept-wijziging van het ‘Besluit gebruik meststoffen’ in consultatie gegaan. Met deze wijziging gaat de uitrijperiode voor drijfmest en vloeibare zuiveringsslib op bouwland in per 16 maart. Voor bepaalde gewassen blijft deze datum 16 februari. Daarnaast mag een bedrijf op zand- en lössgrond eerder vaste strorijke mest aanwenden. Verder wordt het op zand- en lössgrond verplicht om eens in de vier jaar een rustgewas te telen.
De consultatie van de concept-wijziging van het Besluit gebruik meststoffen (Bgm) loopt t/m 12 augustus 2022. Na de consultatie stelt LNV de wijzigingen definitief vast. De verwachting is dat de definitieve regels per 1 januari 2023 ingaan.
Met de wijziging mogen bedrijven vanaf 16 maart (nu 16 februari) drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib uitrijden. Dit geldt voor bouwland op alle grondsoorten.
Voor de ontwikkeling van bepaalde (vroege) gewassen is het nodig dat eerder mest kan worden uitgereden. Voor deze gewassen blijft de begindatum van de uitrijperiode op 16 februari staan.
In de bovenvermelde concept-wijziging is aangegeven dat de gewassen, waarvoor de eerdere uitrijdatum geldt, worden opgenomen in de ‘Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen’. De wijziging van deze uitvoeringregeling is nog niet gepubliceerd. Echter deze lijst is wel in de toekomstige vervanger van het Bgm het ‘Besluit activiteiten leefomgeving’ (Bal) gepubliceerd, zie bijlage 1 van de concept-wijziging van het Bal. Voor deze gewassen is het de bedoeling dat de uitrijperiode, net als nu, start op 16 februari.
Bedrijven die in de periode van 16 februari t/m 15 maart drijfmest en/of vloeibare zuiveringsslib willen uitrijden op percelen met toegestane ‘gewassen vroege teelten’, moeten deze percelen uiterlijk 14 februari melden bij RVO. Het is niet duidelijk of op de gemelde percelen een teeltverplichting komt voor het gemelde gewas.
De uitrijperiode van vaste strorijke mest wordt met een maand vervroegd. Op zand- en lössgrond mag een bedrijf vanaf 1 januari 2023 vaste strorijke mest aanwenden. Dit geldt voor gras- en bouwland.
Vaste strorijke mest is ‘vaste mest waarin zichtbaar een substantiële hoeveelheid stro aanwezig is’.
De verplichting om eens in de vier jaar een rustgewas te telen op zand- en lössgrond, wordt ook opgenomen in het Bgm. De voorlopige lijst met rustgewassen is opgenomen in bijlage 2 van de concept-wijziging van het Bal.
Bij een ingangsdatum van deze regel van 1 januari 2023, moet in de jaren 2023 t/m 2026 op ieder perceel bouwland op zand- en lössgrond tenminste eenmaal een rustgewas worden geteeld. Als het perceel wordt overgedragen naar een andere gebruiker, dan gaat deze verplichting mee over. Wordt een perceel bijvoorbeeld per 1 januari 2026 overgedragen, en heeft de voormalige gebruiker in 2023 t/m 2025 geen rustgewas geteeld, dan is de nieuwe gebruiker verplicht om dit in 2026 te doen.
De verplichting tot het telen van een rustgewas gaat niet gelden voor percelen waarop:
Bron: Component Agro