De opgave kan in de periode 15 oktober t/m 30 november in de definitieve GLB-aanvraag. Van belang is om de volgende (deels verplichte) vanggewassen bij RVO te melden:
- Verplicht vanggewas na mais (waarschijnlijk reeds gemeld).
- Vanggewas stimuleringsregel.
- Vanggewas als rustgewas.
- Vanggewas voor invulling GLMC 7 vanaf 2024.
Via definitieve GLB-aanvraag
Het vanggewas kan alleen worden doorgegeven middels de applicatie waarmee de definitieve aanvraag voor het GLB gedaan moet worden. Ook als een bedrijf geen GLB-subsidies ontvangt moeten de vanggewassen via deze applicatie worden doorgegeven.
Verplicht vanggewas na mais
Het verplichte vanggewas na mais moet verplicht worden gemeld. Dit vanggewas en de teeltperiode moest uiterlijk 15 juni zijn geregistreerd en nadien, indien van toepassing, zijn gecorrigeerd. Een eventuele wijziging van inzaaidatum moet worden doorgegeven.
Vanggewas ‘stimuleringsregel’
De vanggewassen die op zand- en lössgrond worden geteeld ter voorkoming van de stikstofkorting (stimuleringsregel) moeten bij RVO worden gemeld. Bij de melding kan het gewas en de inzaaiperiode worden doorgegeven. Indien er geen melding wordt gedaan volgt de maximale korting.
Vanggewas als rustgewas
Middels een onbemest, vroeg ingezaaid vanggewas kan op de zand- en lössgrond ook worden voldaan aan de rustgewasverplichting. Om dit vast te leggen is het van belang om het vanggewas als rustgewas bij RVO te melden. Bij de percelen waar dit speelt kan dit specifiek worden aangegeven.
Rustgewas voor GLMC 7
Met een vanggewas op bouwland op alle grondsoorten kan invulling worden gegeven aan één van de voorwaarden van GLMC 7, waarvan de vrijstelling per 2024 vervalt. Het gaat om het vanggewas dat wordt ingezet om minimaal op 1/3 van het bouwland jaarlijks een ander gewas te telen. Deze invulling kan niet specifiek worden aangegeven maar het advies is om deze nateelt wel bij RVO te registreren.